IkbenBint.nl
Wat is het verschil tussen duurzaam en circulair bouwen?
Duurzaamheid

Wat is het verschil tussen duurzaam en circulair bouwen?

Misvattingen over duurzaam en circulair bouwen worden ontleed, waarbij de kernverschillen en raakvlakken op technisch, financieel, juridisch en praktisch vlak scherp worden geanalyseerd. Dit artikel biedt inzicht in hoe het verminderen van verbruik en het maximaliseren van hergebruik de bouwsector fundamenteel beïnvloeden.

12 december 2025 5 min.

De nuance voorbij de buzzwords: verminderen versus hergebruiken

Veel termen in de bouwsector worden te pas en te onpas gebruikt, wat leidt tot verwarring. Duurzaam en circulair bouwen zijn hier schoolvoorbeelden van. Hoewel verwant, dekken ze niet dezelfde lading en kennen ze elk hun eigen implicaties voor ontwerp, uitvoering en exploitatie. Waar duurzaamheid primair gericht is op het reduceren van de totale milieubelasting gedurende de levenscyclus, focust circulariteit op het sluiten van materiaalkringlopen en het behoud van waarde.

Duurzaam bouwen: efficiëntie als pijler voor een lagere impact

Duurzaam bouwen is een breed concept dat streeft naar het minimaliseren van de negatieve impact van gebouwen op mens en milieu gedurende de gehele levenscyclus. Dit omvat aspecten als energiezuinigheid, verantwoord materiaalgebruik, waterbesparing en een gezond binnenklimaat. De focus ligt op het optimaliseren van processen en het verminderen van verbruik.

De technische realiteit hiervan uit zich in de toepassing van hoogwaardige isolatie, luchtdichte constructies, efficiënte installaties voor verwarming, koeling en ventilatie, en de integratie van hernieuwbare energiebronnen zoals zonnepanelen. De energieprestatie wordt beoordeeld aan de hand van de BENG-eisen (Bijna EnergieNeutraal Gebouw) en de milieuprestatie van gebouwen (MPG) wordt berekend met een levenscyclusanalyse (LCA). De MPG-eis voor woningen wordt per 1 januari 2025 verscherpt van 0,8 naar 0,5, wat een lagere milieubelasting betekent.

De financiële realiteit leert dat duurzame oplossingen vaak hogere initiële investeringen vergen, maar resulteren in lagere operationele kosten door energiebesparing en minder onderhoud. Subsidies en fiscale voordelen kunnen de investeringsdrempel verlagen.

De juridische context toont dat de eisen aan duurzaam bouwen zijn verankerd in regelgeving zoals het Bouwbesluit 2012 en de Europese richtlijn EPBD (Energy Performance of Buildings Directive), die leiden tot steeds strengere BENG-eisen en MPG-normen.

Circulair bouwen: van afval naar waardevolle grondstof

Circulair bouwen gaat verder dan verminderen; het richt zich op het volledig sluiten van materiaalkringlopen. Dit betekent dat materialen en producten na gebruik hun waarde behouden en hergebruikt worden, bij voorkeur hoogwaardig. Het principe is 'design for disassembly', waarbij gebouwen worden ontworpen als grondstoffendepots. De R-ladder (Refuse, Rethink, Reduce, Re-use, Repair, Refurbish, Remanufacture, Repurpose, Recycle, Recover) biedt een hiërarchie voor circulariteitsstrategieën, waarbij de hogere treden de meeste waarde behouden.

De technische realiteit is concreet: het gebruik van modulaire constructies, droge verbindingen, en materialen die eenvoudig te scheiden en te hergebruiken zijn. Materialenpaspoorten, die gedetailleerde informatie bevatten over de herkomst, samenstelling en demontagemogelijkheden van bouwcomponenten, zijn hierbij essentieel. Ze verminderen veronderstelde risico's en faciliteren hoogwaardig hergebruik.

De financiële realiteit wijst uit dat circulair bouwen in de praktijk hogere arbeidskosten met zich meebrengt voor het oogsten en verwerken van materialen, waardoor de concurrentie met nieuwe, fabrieksmatig geproduceerde materialen soms lastig is. De onzekerheid over de restwaarde van materialen vormt een barrière voor financiering, hoewel er groeiende aandacht is voor nieuwe verdienmodellen zoals product-als-dienst. Financiële prikkels zoals stortbelasting en subsidies voor innovatie kunnen de transitie versnellen.

De juridische context laat zien dat wetgeving nog achterloopt bij de ambities van circulair bouwen. Hoewel de Omgevingswet duurzaamheid bevordert, wordt het woord 'circulair' hierin nog niet expliciet genoemd, wat tot juridische onduidelijkheid kan leiden. Er is behoefte aan meer standaardisatie en harmonisatie van regelgeving om de herkomst en kwaliteit van hergebruikte materialen te borgen.

Praktijkervaring leert dat de implementatie van circulair bouwen stuit op uitdagingen, zoals onvoldoende informatie over bestaande materialen, de afstemming van vraag en aanbod, en het gebrek aan geschoolde arbeidskrachten voor demontage en hergebruik. Veel bestaande gebouwen zijn niet ontworpen voor demontage, wat hoogwaardig hergebruik bemoeilijkt.

De ongemakkelijke waarheid: aanvullend, maar soms conflicterend

Duurzaam en circulair bouwen zijn geen synoniemen, maar eerder complementaire benaderingen die elkaar kunnen versterken, maar ook kunnen schuren. Een gebouw kan zeer energiezuinig zijn (duurzaam), maar met materialen die moeilijk te demonteren of te hergebruiken zijn (niet circulair). Omgekeerd kan een circulair ontwerp met hergebruikte materialen in de praktijk minder energiezuinig blijken als de isolatiewaarde lager is of de bouwmethode compromissen vraagt.

De werkelijke winst zit in de integrale benadering. Het meest duurzame gebouw is een gebouw dat één: energiezuinig is; twee: flexibel in gebruik; en drie: waarvan de materialen met minimale milieubelasting zijn geproduceerd en na hun functie weer hoogwaardig kunnen worden ingezet. Dit vraagt om een verschuiving in denken, van een lineaire 'wieg-tot-graf'-benadering naar een circulaire 'wieg-tot-wieg'-benadering, waarbij de levenscycluskosten en -impact integraal worden meegewogen.

De belangen en incentives tonen dat de transitie naar een meer circulaire bouweconomie vraagt om een gezamenlijke inspanning en nieuwe prikkels. Opdrachtgevers spelen een sleutelrol door in aanbestedingen circulair denken te stimuleren. Producenten worden gestimuleerd tot innovatie als zij financieel verbonden blijven aan hun producten (product-als-dienst), wat een prikkel geeft voor langere levensduur en demonteerbaarheid. Echter, de sector moet nog wennen aan de complexiteit van deze nieuwe modellen en de benodigde samenwerking in de keten.

Conclusie: Een integrale visie voor de bouw van morgen

Het verschil tussen duurzaam en circulair bouwen is significant: het eerste richt zich op het optimaliseren van de huidige impact, het tweede op het herdefiniëren van de relatie met materialen voor de toekomst. De bouwsector staat voor de uitdaging om deze twee perspectieven te verenigen in projecten die zowel efficiënt met energie omgaan als materialen oneindig waardevol houden. Dit vergt niet alleen technische innovatie, maar ook aanpassingen in wetgeving, financiële modellen en de gehele ketensamenwerking. Alleen dan kunnen we gebouwen realiseren die werkelijk toekomstbestendig zijn, voorbij de simpele claims van 'groen' en 'herbruikbaar'.

Gebruikte bronnen

  1. https://www.rvo.nl/onderwerpen/wetten-en-regels-gebouwen/beng/indicatoren
  2. https://www.rvo.nl/onderwerpen/circulair-ondernemen/circulair-bouwen
Tags
Duurzaam bouwen Bouwbesluit
Meer over de bronnen die wij gebruiken
Rvo